De Cyperus Papyrus is een koninklijk gewas dat vooral groeit in de moerassige delen van de Nijldelta. De plant vormt papyruswouden met toppen die wel vijf tot zes meter hoog kunnen worden. Om papyrus tot papier te verwerken is kennis en vaardigheid vereist, die de Egyptenaren al sinds de oorsprong van hun land van generatie op generatie doorgeven. Na de oogst wordt de buitenste groene bast verwijderd en gehakt in het gewenste papierformaat. Papyrusmakers snijden de merg van de plant in fijne stroken die met een hamer platgeslagen worden. Door de stroken drie dagen in koud water te leggen, worden ze zacht en flexibel. Dan worden ze gedroogd en in twee lagen - horizontaal en verticaal - op elkaar gelegd, waarbij het kleverige plantensap fungeert als bindmiddel. Het blad dat zo ontstaat wordt tussen twee stukken karton in een handpers gelegd, zodat het karton het vocht uit de papyrus op kan nemen. Tot slot wordt het oppervlak behandeld met een soort lijm om het oppervlak glad te polijsten en te voorkomen dat inkt gaat lopen.
